Geschiedenis van de Enkhuizer Almanak

v an alle genoemde almanakken verschijnt er op dit moment nog slechts één en dat is de Enkhuizer Almanak.
Het titelblad van de `Enkhuizer' voor het jaar 2016 vermeldt dat dit de 421ste jaargang is.

Dit zou betekenen dat de almanak voor het eerst in het jaar 1595 is verschenen. Het zou zonder twijfel historische waarde hebben als we die eerste jaargangen zouden kunnen raadplegen, maar bij bibliotheken, rijksuniversiteiten en andere instellingen zijn geen almanakken gevonden uit het jaar omstreeks 1600.

Wel wordt in het Rijksmuseum in Amsterdam een gedeelte van een almanak van 1596 bewaard. Deze is gevonden op Nova Zembla in het Behouden Hyus en daar achtergelaten door onze makkers Willem Barendsz, Cornelis de Rijp en Jacobus van Heemskerck, na hun befaamde overwintering. Algemeen wordt aangenomen dat het hier een exemplaar van de Enkhuizer Almanak betreft.

De uitgeverij van de Enkhuizer Almanak is in het bezit van een bijzonder archief. Het oudste exemplaar dateert van 1686. Dit prachtige museumstukje wordt bewaard en gekoesterd. Vermeldingen in deze uitgave wijzen erop dat de almanak toen al gedurende 100 jaar min of meer regelmatig verscheen.

Nu is de naam 'Enkhuizer' eigenlijk misleidend. Want tot voor kort is deze almanak nooit uitgegeven of gedrukt in Enkhuizen. In de jaren van de eerste verschijning was Enkhuizen een belangrijke havenplaats. De Oost Indische Compagnie had er grote pakhuizen, de zogenaamde stapelplaatsen, en de zeeschepen vertrokken uit deze haven. De zwaar beladen schepen konden bij terugkeer uit de oost steeds moeilijker de haven van Amsterdam bereiken (denk maar even aan het eiland Pampus). De watergetijden, een belangrijk gegeven voor de almanak, begonnen altijd met die van Enkhuizen. Met het oog op de voorname plaats die Enkhuizen toentertijd innam in Holland heeft waarschijnlijk op een later tijdstip de toevoeging 'Enkhuizer' aan de almanak plaatsgevonden.